zondag 17 januari 2016

Be yourself, no matter what they say....

Ik ben verhuisd! Yaksha's blog gaat verder op yakshaslessen.com/blog

Eind jaren tachtig zong Sting dat je jezelf moest blijven. De zin maakte me wakker. Was ik wel altijd mezelf? Ik had daar eigenlijk nooit zo over nagedacht. Ik realiseerde me direct dat ik heel vaak niet mezelf was, maar wat ik dacht dat anderen van mij verwachtten. Niet omdat ik aardig of bijzonder gevonden wou worden, ik verdiepte mij in alle mensen om mij heen zodat ik niet teveel opviel. Mijn lerares Engels zei dat ik me altijd als een echte vis gedroeg die zich in alle situaties aanpast en zich overal thuis voelt.

Achteraf ben ik juist enorm opgevallen trouwens. In mijn studententijd kwam ik iemand van mijn middelbare school tegen. Die zei dat ik altijd 'tot de kern' behoorde van populaire mensen. Ik heb dat in al mijn eenzaamheid nooit zo ervaren. Ik hoorde nergens bij. Liep in de pauze van groepje naar groepje en maakte met iedereen een praatje. Zodra de oppervlakkigheid me ongemakkelijk liet voelen, liep ik door naar de volgende. Ik hoorde nergens bij, of overal bij. Ik heb nooit geweten wie de kern was en nooit gewenst erbij te horen. Ik ben daar ook lui door geworden. Als je overal welkom bent, hoef je je best niet te doen om je vrienden te onderhouden.

Ik ben nog steeds die vis die zich aanpast. Ik ben er heel goed in. Veel mensen voelen daardoor snel een klik met mij, ik sta open voor iedereen en iedereen mag zichzelf zijn bij mij. Eind jaren negentig zei mijn toenmalig vriendje dat ik wel verdacht veel lesbische vriendinnen had. Ik sprak er met een van mijn lesbische vriendinnen over. Zegt het iets verdachts over mij? Nee man! Jij bent gewoon heel tolerant, mensen voelen zich op hun gemak bij jou.

Iemand die zich goed kan aanpassen, loopt het risico zichzelf verliezen. Ik denk dat het goed was dat ik op mijn 15e me bewust werd hiervan. Daar moest ik op letten. Het werd een nieuwe rode draad. Regelmatig op de dag vroeg ik me af of ik mezelf nog was. Vaak kwam ik dan tot ander gedrag of andere keuzes. Regelmatig stond ik lange tijd met mijn handen op de leuning van de brug om tot mezelf te komen. Ik wist toen nog niks van meditatie af dus staarde ik in het water tot ik er weer was.

Op verjaardagen, familieweekenden of groepsvakanties merkte ik het als de groep om me heen me teveel werd. Ik kon me er enorm eenzaam tussen voelen en dan trok ik mezelf onopvallend terug. Op een vakantie wees iemand erop. Jij stond heel lang voor je uit te staren, in je eentje op het strand. Ja dat heb ik soms even nodig. Ze vond dat het iets interessants over mij zei, heel diep. Ik herinner me dat ik verbaasd en gevleid was door de opmerking.

De grap is dat ik het altijd als een tekortkoming heb ervaren. Ik was blijkbaar niet in staat om me zonder weerstand in een groep te bevinden. Het werd me teveel waar anderen vrolijk door konden feesten. Ik raakte uit evenwicht en anderen bleven gewoon staan. Die zag ik nooit in het water staren.

Door de theorie van mindfulness, snap ik het nu veel beter. Door regelmatig terug te gaan naar het nu, naar jezelf, worden belangrijke verbindingen in je hersenen gelegd die je nodig hebt om in stress situaties bij jezelf te blijven. Als ik op mijn 15e niet bij mezelf had leren blijven, waren er waarschijnlijk meer verbindingen gelegd die voor meer weerstand en stress gezorgd zouden hebben waardoor ik nog gekker zou zijn geworden dan ik al ben. Want ik heb het mezelf toch nog heel moeilijk gemaakt.

Toen ik 19 was, werd ik met een depressie gediagnosticeerd. Ik probeerde teveel ballen in de lucht te houden en ik probeerde voortdurend uit de put te kruipen naar de anderen toe, die in de zon stonden. Ik kon niet meer. Ik hing daar maar krampachtig halverwege die put en het kostte me alleen maar heel veel kracht terwijl ik geen centimeter omhoog kwam. En voor mijn gevoel stond iedereen vrolijk boven te spelen en te rennen en af en toe riep er iemand naar beneden "Kom je nog?" Maar het kostte me zoveel moeite alleen al om halverwege te blijven hangen, laat staan om te klimmen.

Op een avond in december besloot ik het gevecht te stoppen. Opgeven. Dan stort alles maar in elkaar. Het hele fort waarmee ik zelf iedereen buiten wist te houden stortte in. Nu kon alles en iedereen mij raken. Jammer dan. Grijp me maar, ik vecht er niet meer tegen, dan gaat alles maar stuk.

Ik heb een hele tijd op mijn bed gelegen in de klerezooi van mijn studentenkamer tot ik op keek naar de klok. Het was een kwartier na mijn besluit om het op te geven. Ik leefde nog. Er was geen ramp gebeurt, ik was niet opgelost of leeggelopen, ik was er gewoon nog. Natuurlijk, wat had ik dan verwacht eigenlijk.

Acceptatie is een eerste stap. Ik sta niet in de zon, ik zit in de put. Hier zit ik, op de bodem van de put en de waarheid komt hier ineens tot mij. De waarheid dat ik mezelf zou vinden op deze bodem. Dat zodra ik zou gaan zitten, ik daar mijn eigen kracht zou vinden die vriendelijk naar me zou glimlachen en zeggen, zocht je mij? Ik zat steeds hier. Ik wist het meteen in die seconde. Al die tijd lag de waarheid hier, niet in de zon, niet bij al die mensen die vroegen Kom je nog? Hier, op de bodem van deze put. Ik snap de uitdrukking ergens kracht uit putten.

Ik besloot dat het leven gewoon stom was. Dat ik het niet leuk hoefde te vinden. Niet eens de moeite waard om voor te sterven. Een lachertje. We doen er veel te ingewikkeld over. Gewoon doorademen tot het stopt. Je kunt het net zo goed uitzitten, kunnen we nog eens lachen.

Zes jaar later liep ik voor het eerst weer in de zon. Zo lang had het nog geduurd voordat ik de zon kon laten schijnen. Nog elk jaar had ik last gehad van voorjaarsdepressie. Vanaf de zomer liep ik op mijn tenen mooi weer te spelen tot ik rond maart bij de eerste zonnestralen instortte en mijn bed in dook. In het water staren werd in bed liggen.

De grote fout die ik maakte was te denken dat het aan mij lag. Dat het goed was als ik in staat was zonder die put te leven. Maar ik begreep het niet. Ik had de waarheid in de ogen gekeken, waarom leefde ik nu niet lang en gelukkig verder? Ik schreef er een gedicht over:

De parel bewaar ik 
in een donkere kelder
Ik zoek hem niet op
Ik sta in de zon
Het is mijn vertrouwen 
Maar ik twijfel zo graag

Eens 
heb ik de parel bekeken
Heel even
en voelde zijn krachtig vertrouwen
Maar ik keek niet te lang
want ik moest snel voorkomen
dat ik ergens misschien
een schaduw zou zien

Het is niet of of. Je kunt niet je aanpassen aan de wereld en jezelf blijven. Daar word je depressief van. Dat is wat er niet klopt. Je kunt proberen om vol te houden en je best doen tot het niet meer gaat.
Of je stopt daarmee. Dat is niet het einde. Dat is het begin.

zondag 10 januari 2016

Hier en nu: lachen geblazen

We hebben het eens een dagje geprobeerd. Één dag volledig accepteren wat er in het nu gebeurt. Zonder oordeel over de ander, over je eigen gedachten en zonder weerstand. Zonder lijstje met taken, zonder gisteren en zonder morgen. Dat lukt natuurlijk niet helemaal maar we hebben een leuke poging gedaan.
Ik heb de hele dag gelachen.

Het viel me op hoe vaak ik mijn telefoon en laptop aanzet. Zodra ik dat deed kon ik de kinderen of mezelf niet meer goed volgen of de benodigde aandacht geven, waardoor ik veel minder "gebeeldschermd" heb. De TV ging ook het grootste deel van de dag uit, hoewel we in het weekend soepelere regels hebben, ik ben daar niet te streng over geweest, achteraf hebben de kinderen minder om TV gevraagd en zijn ze vooral ontdekkend en creatief bezig geweest.

Mede aanleiding was een filmpje dat ik tegenkwam op facebook waarin Eckhart Tolle ingaat op mindfulness en ouderschap. Ik heb daar uit gepikt dat het er inderdaad niet om gaat dat je zelf rustig wordt door mindfulness oefeningen te doen, maar vooral dat je accepteert wat er in het nu gebeurt, zodat de weerstand die je voelt verdwijnt. Hij heeft het over de ISnes van het moment. Wat er IS is er.

Wat WAS er? De kinderen hebben eerst zelf een film van een half uur op mijn telefoon gemaakt die hilarisch is geworden. Ze zijn het hele huis doorgegaan met verzonnen en echte verhalen tot het geheugen vol was. Dat hebben ze daarna een paar keer teruggespeeld, rollend over de bank van het lachen. Ik ben wat klusjes gaan doen en kwam de kamer binnen waar ik de vertellende stem van de jongste hoorde, maar niet kon zien waar ze was. Ik heb nog onder de tafel gekeken maar de kinderen waren met de duplo gaan spelen. Zij zaten in de andere hoek van de kamer dan waar het geluid vandaan kwam en na enig speurwerk ontdekte ik mijn telefoon op een selfiestick in de kinderstoel die nog steeds het filmpje aan het afspelen was.

Kort daarna speelden ze met Angelsand. Dat kon je als een dikke bal op je haar plakken en mee rond gaan lopen in de kamer. Angelsand is heel dun zand dat voelt als deeg. Heerlijk om te kneden. Ik keek op en zag een peuter met een een oranje deegbal op haar blonde hoofdje statig door de kamer flaneren, op weg naar de gang.
"waar ga jij heen?"
Statig draaide ze zich om en zei "in de spiegel kijken"

Grote broer kledderde meteen ook een slordige bal op zijn krullen en kondigde aan ook in de spiegel te gaan kijken.
"Al het zand dat op de grond valt ruimen jullie zelf op!"
"Ok!!" riepen de spruiten in koor

Tien minuten later zat alles onder het deegzand. Truien, wimpers en de vloer. Wat dat aangaat heeft kinetisch zand mijn voorkeur, dat ruimt makkelijker op en blijft niet op kleding achter. Maar vandaag accepteerde ik het zoals het was en liet ik wat ik liever wou achterwege. Ik heb het niet genegeerd, ik heb niet gedaan of het er niet was, ik heb het echt losgelaten. Ik heb me gericht op wat er was, twee kinderen die aan het spelen waren en een moeder die koffie dronk en verder even niets hoefde, ik heb het laten gebeuren zoals het gebeurde, me verwonderd over hoe het zich ontwikkelde en genoten en gelachen. Ik heb wel gezegd dat ze het zelf op moesten ruimen. Dat blijft. De consequentie dat je als je troep maakt, je het zelf op moet ruimen heb ik niet verzonnen. Dus die blijft. En dat er dan nog wat restjes op de vloer achterblijven die over het hoofd gezien worden blijft ook. Die ruim ik dan toch op, met een grijns omdat ik had aangezien hoe de jongste het blik vasthield terwijl de oudste die kwebbelend vol veegde en er hier en daar en overal nog zand was overgebleven. Ze waren zo trots op hun gezamenlijke actie dat het helemaal niet erg was dat er nog best veel zand op de vloer lag. Zal ik dat even opvegen. "Oh dat is goed" was de samenwerkingsreactie van mijn oudste zoon die alweer in een nieuw spel verzonken was.

Het lijkt misschien alsof mijn kinderen steeds in harmonie met elkaar spelen. Dat is ook zo. Ze schelen twee en een half jaar en rennen het hele huis door samen. Er is zeker ook wel eens ruzie. Uiteraard. Er waren gisteren een paar situaties waar ik aandacht aan moest geven. Duwen of slaan mag niet, gebruik je woorden roep ik dan. En als er gehuild wordt dan kom ik erbij om te horen wie welke verwachtingen had en herhaal ik vooral wat er wordt gezegd, zoveel mogelijk zonder mijn oordeel. Zus was bezig een stellage te bouwen en broer kondigde aan hem met de angrybirds katapult om te gooien. Hij wachtte ondanks meerde waarschuwingen niet met schieten. Ik heb even zijn aandacht gevraagd om te benoemen dat ik haar meerdere keren had horen zeggen dat hij moest wachten. Als ik hem streng toespreek met in mijn gedachten oordelen doorspekt met emoties dan blijf ik streng. Als ik contact met hem maak, komt er vanzelf een giechel bij. Met een grapje is het dan zo weer gezellig. Meestal lossen ze het zelf op.

Het zand bleef alleen nog in het haar achter. Dat kregen we er niet uitgeklopt. Beide kruinen zaten nog vol oranje kledderzand. Inmiddels was Paul beneden gekomen en die besloot dat het bad aanging zodat de kinderen hun haren konden wassen. De kinderen hadden inmiddels een nieuw spel bedacht wat iets met poppetjes laten glijden door de lege keuken rol te maken had. Mag de keukenrol mee in bad? Van mij wel, maar dan zal het papier wel zacht worden en losgaan. "Ok" zeiden de spruiten en hup daar gingen ze naar boven. Even later kwam Paul melden dat het spel was uitgebreid met een paar lege wc rollen, die inderdaad zacht waren geworden en waar je blijkbaar mee kon gooien naar de muur. Dat bleef leuk plakken.
Nu hij beneden was kon ik even met hem delen wat ik zo grappig vond aan het filmpje van Eckhart Tolle.
Paul knikte en zei dat hij even wat ISnes ging fotograferen.

Vandaag (zondag) alsnog aan ons lijstje gewerkt.... een beetje..... want ik had er weinig zin in..... Sommige dingen zijn gewoon niet gelukt en dat blijkt achteraf niet zo erg als het leek. De Bieb is nu dicht en de smurfenCD hebben dus nu echt te laat ingeleverd. De boodschappen die gisteren niet zijn gehaald waren eigenlijk ook niet heel erg nodig. De voorraadkast bood nog voldoende alternatieven. De plinten moeten al sinds april dus die staan chronisch op het lijstje dus die kunnen ook wel even blijven staan. Krijgt mijn moeder toch gelijk, nou én. Dan moet ze het zelf maar komen doen op d'r oude knieën. Het belangrijkste wat gelukt is, is een dagje lekker als gezin samen zijn. Daar aan bouwen is de basis van alles. Als dat fundament niet goed is, kun je plinten plakken wat je wil.